De fotootjes, ze zijn maar klein, stonden jaren in een geïmproviseerd lijstje op een oude piano. Hoofdpersoon is een jonge zeehond, die zich op het strand zonder moeder als ‘huiler’ te vondeling had gelegd en door de badgast Leendert Pot werd geadopteerd en vanuit het huis Carmen Sylva enkele weken lang meermaal daags naar zee gedragen. Met een schare kinderen achter zich aan, als de rattenvanger van Hamelen, zo wordt gezegd, ging het in optocht naar zee, waar het jonge beest vanuit de armen van Pot een eindje mocht zwemmen, maar in die armen steeds vrijwillig weer terugkwam. Op het duin sliep hij in een kamer met uitzicht op het dorp en werd in de wastafel gewassen. En overdag tussen het zwemmen door luierde de zwemhond op het terras wat met zijn verre neef, de boxer van Dolf Molkenboer – die later werd opgevolgd door de boxer Bruno – en werd daar gevoed met melk of soms misschien met goede haring van ’t Groentje.
Op de foto’s zijn de zwagers Dolf Molkenboer en Leendert Pot in de weer met het soort werkzaamheden, dat tegenwoordig georganiseerd in Pieterburen plaatsvindt. De bestemming van deze zeehond werd echter na weken zoeken de tuin van Carmen Sylva, waar een agent van politie hem met zijn dienstwapen van zijn bestaan tussen de mensen verloste. Voor een opvolger die zich enkele jaren later zonder moeder op het strand aandiende, kon wel een opvangplek worden gevonden. De dierentuin in Antwerpen bleek een vacature te hebben, als het beest daar tenminste niet stiekem aan de ijsberen werd gevoerd.
Het eerste zeehondje ligt begraven in een hoekje en inmiddels onder de bosjes in de tuin van Carmen Sylva en kreeg later naast zich Bruno. Beiden hadden een graf met een versiering van schelpen. Archeologen zullen daarom ooit wel vreemde dingen schrijven over de gebruiken van Domburgse badgasten.